Wanneer men begint met beleggen of een aanzienlijk bedrag ter beschikking heeft, rijst vaak de vraag of het bedrag in één keer (lumpsum) of juist gespreid over een periode (cost averaging, CA) moet worden belegd. Cost averaging kan helpen om risico’s te verminderen, bijvoorbeeld als er een marktcorrectie aanstaande is.
In het onderzoeksrapport van Vanguard, ‘Cost Averaging: Invest now or temporarily hold your cash?’ worden deze twee strategieën tegen elkaar afgezet in verschillende markten, gedurende historische periodes en aan de hand van gesimuleerde rendement scenario’s, op basis van de rendementen van de MSCI World Index voor 1976-2022.
Hieruit blijkt dat lumpsum beleggen doorgaans de voorkeur verdient boven gespreid inleggen. Dit komt doordat Amerikaanse aandelen en obligaties in de periode 1976-2022 vaak beter presteerden dan cash (gemeten aan de hand van de driemaands Amerikaanse staatsobligatierente), wat 76% van de tijd voor aandelen en 68% van de tijd voor obligaties het geval was. Het aanhouden van cash, zelfs al is het tijdelijk, kan leiden tot gemiste rendementen. Dit wordt ook wel aangeduid als gemiste kansen (opportuniteitskosten).
Onderstaande figuur laat een driefasen cost averaging (CA) strategie zien. Gedurende de CA-periode van 3 maanden aan het begin van de investeringsperiode worden de opportuniteitskosten gemaakt. Gezien deze kosten zouden de meeste beleggers, vooral degenen die minder risicoavers zijn, het bedrag direct moeten investeren.
Historische analyse
Op basis van historische data blijkt dat de strategie van alles in één keer inleggen in 68% van de gevallen hogere rendementen oplevert, vooral in stijgende markten, dan wanneer er gespreid wordt ingelegd. Het maximaliseert immers de tijd in de markt, waardoor de volledige investering direct profiteert van marktgroei. Voor risicomijdende beleggers kan gespreid inleggen (cost averaging) echter aantrekkelijker zijn, omdat het risico op grote verliezen verkleint en voorkomt dat beleggers hun investeringsplan opgeven door angst voor verliezen.
Gespreid beleggen presteert beter dan cash in 69% van de gevallen. De resultaten zijn hieronder gevisualiseerd voor de MSCI World Index.
Analyse met data van wereldwijde markten laten een vergelijkbaar beeld zien. Ook hier levert een lumpsum (LS) strategie meer rendement op dan de cost averaging (CA) strategie.
Kwantificering van de verschillen
Om het verschil tussen de strategieën te kwantificeren, is de vermogensgroei na een jaar berekend bij een initiële investering van $100.000. Dit is gedaan voor drie portefeuilles: 100% aandelen, 60% aandelen/40% obligaties, en 40% aandelen/60% obligaties. In de meeste marktomstandigheden presteert lumpsum beleggen beter dan gespreid inleggen. Hoe langer de periode van inleggen duurt, hoe groter de opportuniteitskosten en hoe groter het prestatievoordeel van lumpsum beleggen. Lumpsum beleggen presteert beter in alle situaties, behalve onder het 25e percentiel. Voor een portefeuille met een 60/40 allocatie leverde een cost averaging strategie van drie maanden een gemiddelde eindwaarde van $107.453 op, terwijl lumpsum beleggen resulteerde in een gemiddelde eindwaarde van $109.360, wat 1,8% meer is.
De relatie tussen de activaspreiding en de prestaties van lumpsum beleggen is duidelijk: hoe hoger de aandelenallocatie, hoe groter de procentuele toename in vermogen met de lumpsum-strategie. Op de mediaan is het vermogen van de portefeuille met 100% aandelen na een jaar 2,2% hoger met lumpsum beleggen dan met cost averaging (CA). Voor een 40/60 portefeuille is dit verschil 1,2%. Dit komt doordat bij cost averaging een deel van het geld tijdelijk in cash blijft, waardoor risicopremie wordt misgelopen.
De uiterste percentielen in de figuur laat de relatie tussen risico en rendement zien. Het extra risico dat wordt genomen met de lumpsum-strategie (LS) leidt tot hogere rendementen in gunstige marktscenario’s (95e percentiel) in vergelijking met de mediaan. Omgekeerd presteert LS slechter in ongunstige marktscenario’s (5e percentiel). Dit benadrukt dat het nemen van meer risico kan leiden tot een hogere beloning in opwaartse markten, maar tegen de prijs van grotere verliezen in neerwaartse markten.
Bovenstaande conclusies blijven ongewijzigd wanneer de beleggingshorizon wordt verlengd, bijvoorbeeld naar vijf jaar. Omdat de activaspreiding van de portefeuilles aan het einde van de CA-periode identiek is voor beide strategieën, zal de portefeuille die eerder het meeste vermogen heeft opgebouwd voor altijd voorlopen. Een groter vermogen zorgt immers voor grotere winsten en verliezen in de loop van de tijd, ook al zijn de rendementspercentages van beide portefeuilles identiek.
Een andere conclusie uit de historische analyse is dat hoe langer de CA-periode duurt—de tijd die wordt genomen om volledig te beleggen—hoe hoger de opportuniteitskosten zijn. Gespreid instappen over een langere periode vermindert daarmee de prestaties van CA ten opzichte van LS.
Ook wanneer er rente op cash wordt behaald, blijven de resultaten vergelijkbaar. De lumpsum-strategie presteert 65% van de tijd beter dan de drie-maanden cost averaging strategie voor een portefeuille met alleen aandelen. Naarmate de rente op cash stijgt, neemt het voordeel van lumpsum, uiteraard geheel naar verwachting, af.
Een simulatiebenadering als check
Hoewel de historische analyse laat zien welke strategie in het verleden beter presteerde, biedt het gebruik van gesimuleerde rendementen een robuustheidscontrole en kijkt het vooruit. Vanguard heeft 10.000 scenario’s met gesimuleerde rendementen geanalyseerd om verschillende portefeuilles en instap periodes te testen. Er wordt uitgegaan van een gelijke investering over drie opeenvolgende maanden in een 60/40 aandelen/obligatieportefeuille met 0% rente op cash. Uit de historische analyse blijkt dat lumpsum beleggen in de meeste gevallen na één jaar hoger vermogen oplevert dan gespreid beleggen. Echter tonen lumpsum-strategieën grotere verliezen in de slechtste marktomgevingen, waarin de Cost averaging-strategie na één jaar meer vermogen oplevert.
De onderstaande figuur laat zien dat LS een bredere spreiding van uitkomsten heeft—met een hoger 95e percentiel dan CA, maar ook een lager 5e percentiel. Daarnaast is het verschil in portefeuillewaarden tussen LS en CA bijzonder groot in de eerste maanden van extreme marktomstandigheden. Dit illustreert dat de CA-periode bescherming kan bieden in extreem neerwaartse markten, maar de groei van de portefeuille kan beperken in de beste opwaartse markten. De relatie tussen verhoogd rendement en extra risico suggereert dat beleggers met een sterke aversie tegen verliezen beter voor CA kunnen kiezen.
Meer risicomijdende klanten
Niet alle beleggers zijn uitsluitend gericht op het maximaliseren van hun vermogen. Sommigen geven de voorkeur aan een meer geleidelijke groei van hun portefeuille om het risico op aanzienlijke verliezen te verminderen. Deze beleggers, die bereid zijn een deel van de verwachte rendementen op te offeren om aanzienlijke koersdalingen te vermijden, worden beschouwd als risicomijdend. Om te begrijpen waarom deze beleggers de voorkeur geven aan de cost averaging strategie, die minder risico met zich meebrengt, is een model ontwikkeld dat rekening houdt met verliesaversie. Dit model vergelijkt het nut van de cost averaging (CA) en lumpsum (LS) strategieën met behulp van het concept ‘zekerheidsequivalent’. Dit zekerheidsequivalent vertegenwoordigt het rendement dat een belegger vandaag zou accepteren boven een mogelijk hoger, maar onzeker, toekomstig rendement.
De hypothese is dat een belegger met een sterke afkeer van verlies de voorkeur zou kunnen geven aan de CA-strategie vanwege het lagere risico op korte termijn, zelfs als deze lagere verwachte rendementen biedt. Dit gedrag is goed gedocumenteerd in studies van Tversky en Kahneman (1992) en specifiek voor cost averaging door Statman (1995).
Het model houdt rekening met zowel risicoaversie (voorkeur voor meer voorspelbare uitkomsten) als verliesaversie (afkeer van negatieve uitkomsten), die beide belangrijke factoren zijn in het risicoprofiel van een belegger. Vanguard heeft verschillende beleggersprofielen geanalyseerd, elk met verschillende niveaus van risico- en verliesaversie, om te bepalen welke strategie de voorkeur zou hebben, CA of LS. Voor elk profiel berekende het model een zekerheidsequivalent rendement; hoe hoger dit rendement, hoe sterker de voorkeur voor de bijbehorende strategie.
De onderstaande figuur toont de voorkeuren voor LS of CA op basis van verschillende beleggersprofielen. Het belangrijkste verschil tussen figuren a en b is dat figuur a geen rekening houdt met verliesaversie, terwijl figuur b dat wel doet. Als de gematigd conservatieve, risico-averse belegger in figuur a (zonder verliesaversie) met hetzelfde type belegger in figuur b (met verliesaversie) wordt vergeleken, blijkt dat de belegger met verliesaversie de voorkeur geeft aan CA, terwijl de belegger zonder verliesaversie de voorkeur geeft aan LS. Dit suggereert dat beleggers met aanzienlijke verliesaversie eerder geneigd zijn om te kiezen voor een CA-strategie.
Opbouwende- en uitkerende lijfrenterekening strategie
Niet alleen voor beleggingsrekeningen maar ook voor lijfrenterekeningen is het verstandig om optimaal gebruik te maken van tijd in de markt en is er de keuze tussen de lumpsum of cost averaging strategie.
Lumpsum bij een opbouwende lijfrenterekening
Een toepassing van de lumpsum strategie bij opbouwende lijfrenterekeningen is om de volledige jaarlijkse lijfrentebijdrage zo vroeg mogelijk in het jaar te storten. Hoewel dit betekent dat de belegger in de eerste maanden een groter deel van zijn inkomen moet missen, kan deze aanpak – volgens onderzoek naar de lumpsum strategie – leiden tot een hoger lijfrentevermogen op de lange termijn. Dit komt doordat meer tijd in de markt doorgaans een hoger rendement oplevert, vooral als deze strategie elk jaar wordt herhaald.
Cost averaging bij uitkerende lijfrenterekening
Ook bij een uitkerende lijfrenterekening kunnen beleggers kiezen tussen een lumpsum- of een periodieke opnamestrategie. Hier kan juist een argument voor gespreid opnemen, dus voor de cost averaging strategie, worden gemaakt. In plaats van een groot bedrag in één keer aan het begin van het jaar opnemen, kan bij het gespreid opnemen het achterblijvend vermogen nog doorgroeien. De opmerking dient gemaakt te worden dat hier de lumpsum strategie zekerheid biedt voor het geval de markt daalt, doordat het geld al veilig is gesteld. De keuze tussen deze twee strategieën hangt af van een aantal overwegingen zoals opportuniteitskosten, risicovoorkeuren en de persoonlijke voorkeur van de belegger.
Conclusie
De kosten van het aanhouden van cash (opportuniteitskosten) zouden de meeste beleggers moeten ontmoedigen om te kiezen voor de strategie van gespreid in stappen (de cost averaging strategie). Zelfs beleggers met een hoge aversie tegen verlies, die cost averaging aantrekkelijker vinden dan lumpsum beleggen, doen er goed aan om de inlegperiode kort te houden, bijvoorbeeld drie maanden, om de opportuniteitskosten te beperken. Het is belangrijk om de verschillende overwegingen die invloed hebben op de keuze tussen gespreid instappen of juist in één keer alles beleggen te begrijpen bij het opstellen van een plan voor het beleggen van cash.
Hoewel beleggers verschillende risicovoorkeuren hebben, zijn de risico-gecorrigeerde rendementen van aandelen en obligaties doorgaans aantrekkelijker dan die van cash. Met andere woorden, het hebben van een goed plan voor het investeren van cash is het belangrijkste; of nu voor lumpsum of voor cost averaging wordt gekozen, het zal slechts een marginaal verschil uitmaken in vergelijking met het permanent aanhouden van cash. Dit geldt vooral als het cash gedeelte een groot deel van het totale vermogen van een belegger uitmaakt.
Veel beleggers houden te veel cash aan doordat ze de beslissing over hoe en wanneer te investeren eindeloos uitstellen. Of het aanhouden van cash nu het gevolg is van besluiteloosheid, risicoaversie of gewoon desinteresse, op de lange termijn zullen beleggers betere resultaten behalen door volledig geïnvesteerd te zijn volgens hun beoogde vermogensallocatie. Vanguard’s studie naar de keuze tussen lumpsum en cost averaging investeringen kan dienen als een nuttig uitgangspunt bij het opstellen van een investeringsplan.
Bron: Vanguard